Opening van 15 mei tot 31 oktober 2026: Op afspraak, alleen rondleidingen, elke dag van 14.00 tot 18.00 uur. Groepen: van 5 tot 15 personen (Frans, Engels). €7 per persoon: Rondleiding (botanische of speelse uitleg).
De tuin zal vanaf 2026 worden geklasseerd als Jardin Remarquable. De oppervlakte is 1500 m².
De tuineigenaar is een particulier, adjunct-secretaris van de Franse Vereniging voor Acclimatisatie en lid van de vereniging “Fous de Palmiers”.
In de tuin zijn er ongeveer 900 exotische planten van 750 verschillende taxa: planten uit mediterrane, subtropische, tropische, woestijn- en landklimaten.
Genesteld in Waals-Brabant, in het kleine dorpje Ramillies (tussen Namen en Brussel), heet deze exotische tuin u hartelijk welkom. U vindt er palmbomen, bamboe, granaatappelbomen, citrusvruchten, albizia’s, zeldzame en bijzondere heesters, evenals een tiental soorten winterharde eucalyptus.
Le jardin exotique de Frédéric Pignon
De eigenaar beantwoordt met plezier al uw vragen over het kweken van exotische planten in België.
🌿 Het Betoverende Palmenhaus in Wenen: Waar Natuur, Geschiedenis en Elegantie Samenkomen
Midden in het hart van Wenen, aan de rand van het prachtige Burggarten-park, schittert een van de mooiste voorbeelden van art-nouveaustijl: het Palmenhaus. Dit imposante glazen gebouw combineert geschiedenis, natuur en culinaire verwennerij tot een onvergetelijke ervaring.
Zaterdag, zondag & feestdagen: 09:00 – 23:00 (De keuken sluit rond 21:30, ontbijt tot circa 12:00.)
🏛️ Een Glorieuze Geschiedenis
Het huidige Palmenhaus werd geopend in 1901, tijdens de regeerperiode van keizer Franz Joseph I. Het werd ontworpen door hofarchitect Friedrich Ohmann, die ook andere beroemde Weense bouwwerken ontwierp. Het gebouw diende oorspronkelijk als keizerlijke wintertuin en als pronkstuk van de Habsburgse liefde voor exotische planten. In de loop van de 20e eeuw raakte het complex in verval, maar na een grondige restauratie in de jaren 1990 werd het heropend als brasserie en botanische attractie.
Enorme boomvarens en palmen in het Palmenhaus in Wenen.
🌴 Een Oase van Groen
Binnen in het Palmenhaus waan je je in een tropisch paradijs. De hoge glazen koepel herbergt een indrukwekkende verzameling tropische en subtropische planten — van elegante palmbomen en bananenplanten tot kleurrijke orchideeën en varens. De vochtige, warme lucht, het gefilterde zonlicht en de geur van exotische bloemen zorgen voor een bijna sprookjesachtige sfeer, ideaal voor natuurliefhebbers en fotografen.
Een grote Wolemia nobilis in het Palmenhaus in Wenen.
Aan de noordzijde bevindt zich ook de Schmetterlinghaus (Vlinderhuis), waar honderden tropische vlinders vrij rondfladderen — een magische aanvulling op het botanische geheel.
👑 De Link met Keizerin Sisi
Het Palmenhaus ligt in de Burggarten, ooit de privétuin van keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth (Sisi). Sisi wandelde hier regelmatig omringd door bloemen en groen, weg van de strikte hofetiquette van de Hofburg. Het park en het Palmenhaus ademen nog steeds die koninklijke elegantie: statige palmen, marmeren beelden en uitzicht op de monumentale gevels van het keizerlijk paleis.
☕ Meer dan Alleen Planten
Vandaag is het Palmenhaus niet alleen een botanische schat, maar ook een populaire brasserie en lounge. Bezoekers kunnen er genieten van ontbijt, lunch of diner tussen de palmen — of van een cocktail bij zonsondergang met uitzicht op het park. Het interieur combineert historische charme met moderne elegantie, en in de zomermaanden is het terras een van de mooiste plekken in Wenen om even te ontsnappen aan de stadsdrukte.
✨ Waarom je het niet mag missen
Het Palmenhaus is een perfecte samensmelting van natuur, architectuur en Weense geschiedenis. Of je nu komt voor de tropische planten, een vleugje keizerlijke romantiek of gewoon een kop koffie in een unieke setting — dit is een plek waar de tijd even stilstaat.
Er is heel wat informatie over de planten die je hier aantreft.Cactussen en andere succulenten in de tuin van het Palmenhaus in Wenen.
📸 Tip: Kom vroeg in de ochtend voor het mooiste licht en minder drukte, of bezoek het Palmenhaus bij zonsondergang als de gouden gloed door het glas valt.
Meer informatie over toerisme in deze regio, botanische tuinen in het algemeen en facebookgroepen over exotisch tuinieren:
🌸 Villa Éphrussi de Rothschild – een roze parel aan de Côte d’Azur
Tussen Nice en Monaco, op het charmante schiereiland Saint-Jean-Cap-Ferrat, ligt één van de meest betoverende plekken van de Franse Rivièra: de Villa Éphrussi de Rothschild. Deze roze villa, omringd door negen droomtuinen en met uitzicht op de azuurblauwe Middellandse Zee, is een waar sprookje uit de Belle Époque.
Deze tuin blinkt uit met veel prachtige palmen, zoals deze Butia capitata.
📍 Praktische informatie
Adres: 1 Avenue Éphrussi de Rothschild, 06230 Saint-Jean-Cap-Ferrat, Frankrijk Openingsuren:
Dagelijks van 10:00 tot 18:00
In juli en augustus tot 19:00
In de winter (november – januari): vaak 14:00–18:00 op weekdagen, 10:00–18:00 in weekends Website:www.villa-ephrussi.com
De villa ligt op een heuvelrug tussen de baaien van Villefranche-sur-Mer en Beaulieu-sur-Mer en is gemakkelijk bereikbaar met de auto of bus vanuit Nice of Monaco. Parkeren kan gratis bij de ingang.
Van deze tuin heb je zicht op een mooie baai.
🏛️ Een huis vol geschiedenis
De villa werd gebouwd tussen 1905 en 1912 in opdracht van barones Béatrice de Rothschild (1864-1934), lid van de beroemde bankiersfamilie Rothschild. Na haar huwelijk met bankier Maurice Éphrussi richtte ze zich op kunst, muziek en architectuur – en dat zie je overal terug.
De architect, Aaron Messiah, ontwierp ook projecten voor koning Leopold II van België. Diezelfde koning had trouwens oog op precies dit stukje land aan Cap Ferrat – maar Béatrice was hem nét voor met de aankoop.
Na haar dood schonk de barones de villa en haar kunstcollecties aan de Académie des Beaux-Arts van Frankrijk. Vandaag is het één van de meest bezochte culturele parels aan de Côte d’Azur.
🌷 Wat je zeker niet mag missen
De villa zelf
Binnen wandel je door zalen die elk een ander tijdperk weerspiegelen: Lodewijk XV-salons, een boudoir vol porselein, weelderige meubels, schilderijen en tapijten. Alles ademt elegantie en nostalgie. Vanuit bijna elke kamer heb je uitzicht op de tuinen en de zee.
Ook de kamers en salons in deze villa zijn de moeite waard.
De tuinen
Rondom de villa liggen negen thematuinen – van een formele Franse tuin met fonteinen tot een Japanse, Spaanse en rozentuin. Elke 20 minuten start een kleine fonteinshow op klassieke muziek – alsof de waterstralen dansen op de melodieën. De Franse tuin, met haar “Temple de l’Amour”, biedt het mooiste uitzicht over de kustlijn.
Tearoom & evenementen
Na een wandeling is de tearoom met panoramisch terras een heerlijke stop. In de zomer zijn er regelmatig “Nocturnes”: avondevenementen met muziek, verlichting en een romantische sfeer die rechtstreeks uit de jaren 1900 lijkt te komen.
👑 Een vleugje koninklijke rivaliteit
Hoewel geen enkele koning of koningin de villa ooit bewoonde, is er wél een Belgisch tintje: koning Leopold II van België had ooit interesse in hetzelfde stuk grond. Maar Béatrice de Rothschild won de strijd om de mooiste plek van Cap Ferrat. Een Nederlandse connectie is er niet, maar het verhaal van Béatrice – een zelfstandige, kunstminnende vrouw in een tijd vol aristocratische mannen – blijft even boeiend.
Prachtige cypressen, cactussen en veel ander exotisch moois.
💡 Waarom je erheen moet
Villa Éphrussi de Rothschild is geen gewoon museum. Het is een tijdreis naar de elegantie van de Belle Époque, met een vleugje Riviera-romantiek. Perfect voor wie houdt van kunst, geschiedenis, tuinen of gewoon een prachtig uitzicht.
Prachtige Cycas revoluta
📸 Tip: kom vroeg in de ochtend of bij zonsondergang – het zachte licht maakt de roze gevel nog magischer.
De roze geven van Villa Éphrussi de Rothschild
Villa Éphrussi de Rothschild is een van die plekken waar je met gemak een halve dag kunt verdwalen tussen bloemen, fonteinen en kunst. Een must-see voor iedereen die de Côte d’Azur bezoekt en even wil proeven van het weelderige leven van weleer.
Aan de westelijke oever van het schilderachtige Lago di Garda, in het charmante dorp Gardone Riviera, ligt een verborgen juweel dat elke natuurliefhebber en kunstfan zou moeten ontdekken: de Giardino Botanico André Heller. Een plek waar exotische planten uit alle windstreken hand in hand gaan met hedendaagse kunst, waar elk pad uitnodigt tot verwondering, rust en inspiratie.
Palmenpracht in de Botanische Tuin André Heller
🌸 Een tuin met een verhaal
De oorsprong van deze betoverende tuin gaat terug tot het begin van de 20e eeuw, toen de Oostenrijkse arts en botanist Arturo Hruska hier begon met het aanleggen van zijn botanische paradijs. Hij verzamelde planten uit de Alpen, Afrika, Azië en Zuid-Amerika, en creëerde een unieke microkosmos van ecosystemen met watervallen, vijvers en rotsformaties.
Ook bananen horen thuis aan het Gardameer.
In 1988 kwam de tuin in handen van de Oostenrijkse kunstenaar André Heller, die het domein nieuw leven inblies. Zijn visie? Kunst en natuur laten samensmelten tot één harmonieuze ervaring. En dat is precies wat je voelt zodra je de poort doorgaat.
In deze botanische tuin is er heel wat te ontdekken.
🎨 Een openluchtmuseum vol verrassingen
De Giardino Botanico is geen gewone botanische tuin. Tussen de bamboebossen, vijvers en exotische bloemen ontdek je onverwachte kunstwerken van wereldberoemde kunstenaars zoals Keith Haring, Roy Lichtenstein, Auguste Renoir en natuurlijk Heller zelf.
Kunst staat naast natuur centraal.
Sommige sculpturen lijken haast uit de aarde gegroeid, andere contrasteren fel met het weelderige groen. Samen vormen ze een dialoog tussen mens en natuur – speels, poëtisch en soms een tikkeltje mysterieus.
Een mooi aangelegde tuin in de Botanische Tuin André Heller.
🌿 Een wandeling door de wereld
Terwijl je door het park dwaalt, wandel je eigenlijk over de hele wereld:
🌾 Japanse hoek – met rustgevende vijvers, koi-karpers en houten bruggetjes.
🪴 Alpentuin – een ode aan bergflora met edelweiss en gentiaan.
🌴 Tropische zone – hoge bamboe en exotische palmen creëren een mini-jungle.
Voor sommige planten moet er beneveld worden, maar dit zorgt ook voor een beetje sfeer.
Op elke hoek wacht een nieuw uitzicht: een spiegelend watertje, een verborgen beeldhouwwerk of een bloem die je nog nooit eerder hebt gezien.
📸 Waarom je dit niet mag missen
De Giardino Botanico André Heller is een paradijs voor wie houdt van fotografie, natuur en stilte. Het licht boven het Gardameer speelt met de kleuren van de planten en beelden, en elk moment van de dag lijkt de tuin zich anders te tonen.
Trachycarpus fortunei is alom aanwezig.
Of je nu op zoek bent naar rust, inspiratie of gewoon een unieke plek om even te ontsnappen aan de drukte – deze tuin biedt het allemaal.
🗺️ Praktische informatie
📍 Locatie: Via Roma 2, Gardone Riviera (Brescia) 🕘 Openingstijden: Dagelijks van maart tot oktober, 09:00 – 19:00 💶 Toegang: Ongeveer €12 voor volwassenen (kinderen gereduceerd tarief) 🚗 Bereikbaarheid: Gemakkelijk bereikbaar met de auto via de A4 (afrit Brescia Est). Er is parkeergelegenheid in de buurt van de ingang. 🕐 Duur van bezoek: Reken op 1 tot 1,5 uur om alles rustig te verkennen. 🐾 Tip: De paden zijn deels ongelijk – draag comfortabele schoenen.
De Giardino Botanico André Heller is veel meer dan een tuin – het is een beleving. Een plek waar je even stilstaat, diep ademhaalt en de magie van het moment voelt. Of je nu reist rond het Gardameer, een liefhebber bent van kunst of gewoon houdt van bijzondere plekken in Italië, dit is een halte die je niet mag overslaan.
De botanische tuin is niet heel groot, maar je krijgt de indruk van wel.
Jardim Botânico Funchal — een uitgebreide gids en beleving
Als je naar Madeira komt en even wilt ontsnappen aan de stadse drukte, is het Jardim Botânico in Funchal een bijna-magische plek: spectaculaire uitzichten over de stad en de zee, subtropische en exotische planten in overvloed en rustige paden die uitnodigen tot urenlang dwalen. In deze blog neem ik je mee langs geschiedenis, hoogtepunten, praktische tips en slimme bezoekadviezen zodat je het meeste uit je bezoek haalt.
Flamingo’s in de Botanische Tuin van Funchal. Foto copyright Open Exotentuinen.
Kort overzicht & geschiedenis
Het Jardim Botânico da Madeira (ook soms Madeira Botanical Garden genoemd) werd opengesteld voor het publiek in 1960 en ligt op de helling boven Funchal op ongeveer 150–300 meter hoogte. De tuin beslaat zo’n 8 hectare waarvan het grootste deel beplante tuinen is; het is eigendom van de autonome regio Madeira en onderdeel van het Instituto das Florestas e Conservação da Natureza.
Monte Museu Palace. Foto copyright Open Exotentuinen.
Waarom het bijzonder is
Landschap & uitzicht: de terrassen en formele bloembedden bieden panoramische vergezichten over Funchal en de Atlantische Oceaan — een favoriete stop voor fotografen en natuurliefhebbers.
Grote, gevarieerde collectie: de tuin is verdeeld in meerdere secties (Madeirense endemische soorten, arboretum, succulenten, agro-industriële planten, medicinale en aromatische planten, palmbomen en cycaden), waardoor je in korte tijd planten van over de hele wereld ziet.
Extra attracties: binnen het complex vind je ook een klein natuurhistorisch museum en een vogelpark met exotische vogels — leuk en leerzaam voor kinderen en volwassenen.
Trachycarpus fortunei en ander exotisch moois in de Botanische Tuin van Funchal. Foto copyright Open Exotentuinen.
Hoogtepunten die je niet wilt missen
De formele bloembedden (de ‘carpets’) — gekleurde patronen die vooral in de lente en vroege zomer prachtig uitkomen.
Het arboretum — voor wie van grote bomen en schaduwrijke paden houdt.
Succulentencollectie — verrassend en fotogeniek.
Uitzichtpunten — klim een paar trapjes omhoog en je hebt een postcard-waardig panorama over de haven en stad.
Pistia stratiotes, een van de meest interessante drijfplanten voor onze vijvers in West-Europa, omdat ze al de meststoffen uit het water halen en daarmee algen tegenwerken, is in de Europese Unie voor verkoop verboden maar vind je nog in de Botanische Tuin van Funchal. Foto copyright Open Exotentuinen.
De tuin is dagelijks geopend; de reguliere tijden zijn ongeveer 09:00–17:30 (met uitzondering van 25 december). Voor actuele tijden en contactgegevens kun je het beste de officiële informatie raadplegen.
Entreeprijzen variëren licht per seizoen en combinatiekaarten (bv. cable car + tuin) bestaan — actuele prijzen en combinatietickets (zoals met de kabelbaan) vind je op de sites van de tuin en de kabelbaan. Veel reisverslagen noemen een richtprijs rond de €8–€12 voor de tuin en combi-tarieven voor kabelbaan + tuin.
Prachtige palmen in de Botanische Tuin van Funchal. Foto copyright Open Exotentuinen.
Hoe kom je er (en handig transportadvies)
Kabelbaan: Een van de meest pittoreske routes is de kabelbaan (Teleférico) richting Monte / Botanical Garden — de rit biedt prachtige uitzichten en eindigt vlakbij de tuin. Dit is ideaal als je vanaf het centrum (of de haven met cruiseschepen) komt.
Bus / openbaar vervoer: Lokale buslijnen (bijv. lijnen 29, 30, 31/31A) bedienen de heuvels boven Funchal en stoppen in de buurt van het tuincomplex; ideaal als je budgetvriendelijk reist.
Auto / taxi: er is toegang per auto/taxi; let op dat sommige paden steil zijn en parkeergelegenheid beperkt kan zijn tijdens drukke periodes.
Bezoekadvies & praktische tips
Plan 1,5–3 uur voor de tuin, meer als je ook het vogelpark en museum wilt zien of veel fotografeert.
Schoenen: draag comfortabele schoenen — sommige paden zijn steil of ongelijk.
Tijdstip: ochtend of late namiddag geeft vaak zachter licht en minder drukte; in de lente zijn de bloemen op hun mooist.
Combinatie-uitje: combineer de tuin met Monte (kabelbaan) en de beroemde toboggan-achtbaan (carros de cesto) voor een volledige dag Funchal-ervaring.
Eten & rust: er is een café/restaurant op terrein of dichtbij — handig voor een pauze en uitzicht met een drankje.
Fotografie & timing
Voor landschapsfoto’s en panoramische opnamen: kies een dag met heldere lucht of zachte avondzon; de terrassen en kleurplaten zijn het beste zichtbaar vanuit de hogere punten.
Macro- en plantfotografie schittert bij bewolkt of zacht licht (minder harde schaduwen).
Neem een lichte telelens voor detailopnames van vogels of unieke planten, en een groothoek voor de uitzichten.
Duurzaamheid & educatie
De tuin speelt een rol in behoud en studie van zowel lokale endemische soorten als exotische subtropische flora. Het museum en informatiepanelen helpen bezoekers begrijpen waarom bepaalde soorten belangrijk zijn voor het eilandecosysteem.
Slot — waarom je hem zou moeten bezoeken
Jardim Botânico Funchal is meer dan alleen een toeristische stop: het is een plek waar botanische rijkdom, cultuur en spectaculaire vergezichten samenkomen. Of je nu van planten houdt, graag fotografeert of gewoon zoekt naar een serene plek met uitzicht, de tuin verdient een plekje op je Madeira-route.
De Chamaerops humilis, ook bekend als de Europese dwergpalm, is een van de weinige palmen die van nature in Europa voorkomt. Dankzij zijn robuuste karakter, compacte groei en mediterrane uitstraling is het een populaire keuze voor tuinliefhebbers die een vleugje Zuiden in hun tuin willen brengen.
🌍 Oorsprong: uit het hart van de Middellandse Zee
Chamaerops humilis is inheems aan het westelijke Middellandse Zeegebied, van Zuid-Portugal en Spanje tot Italië, Zuid-Frankrijk en Noord-Afrika (vooral Marokko en Algerije). In zijn natuurlijke habitat groeit hij op rotsachtige hellingen, kustgebieden en droge bergflanken, vaak in volle zon en schrale grond. Deze omstandigheden verklaren meteen waarom deze palm zo goed bestand is tegen droogte en wind.
❄️ Winterhardheid
Wat Chamaerops humilis bijzonder maakt, is zijn relatieve winterhardheid.
De soort kan kou verdragen tot ongeveer –10 à –12 °C, mits goed afgehard en op een beschutte plek geplant.
In koudere regio’s (zoals Noordwest-Europa) is winterbescherming aan te raden bij jonge planten: zorg voor een winterdakje, en bescherm de wortels met een dikke mulchlaag. Vorst en vocht zijn soms een slechte combinatie.
Oudere exemplaren zijn veerkrachtiger, vooral als ze droog blijven in de winter.
🌱 Zaaien van Chamaerops humilis
Chamaerops humilis kan vrij gemakkelijk uit zaad worden opgekweekt, al vraagt het wat geduld.
Zo ga je te werk:
Vruchtvlees eventueel verwijderen voor een vluggere kieming. De zaden laten weken heeft geen zin, aangezien ze toch zo goed als allemaal kiemen.
Zaai in een luchtig mengsel van turf, zand en perliet.
Temperatuur: je kan de zaaibak constant warm houden(25–30 °C), maar dit is geen noodzaak.
Kiemtijd: dit kan 1 tot 6 maanden duren.
Verspenen: zodra het eerste echte blad verschijnt, kunnen de zaailingen in aparte potten worden gezet. Maar je kan ze even goed twee jaar in de zaaibak laten staan als deze groot genoeg is.
💡 Tip: Palmzaden verliezen snel hun kiemkracht. Gebruik dus altijd verse zaden!
🌿 Aanplanten en verzorging
Standplaats: zonnig en warm, liefst op een beschutte plek (tegen koude oostenwind).
Grond: goed doorlatende, licht zure tot neutrale grond. Voeg eventueel grind of zand toe voor extra drainage.
Water: vermijd natte voeten – daar houdt hij niet van. Deze palm groeit van nature in bijna woestijn-klimaat en heeft in West-Europa geen extra water nodig buiten de regen.
Voeding: in onze bodem zijn er voldoende voedingsstoffen. Deze soort groeit op schrale grond in het zuiden, en heeft niets meer nodig dan wat er van nature in de goeie aarde zit.
Snoei: verwijder enkel dode bladeren; laat de gezonde bladscheden staan voor extra bescherming van de stam.
🌦️ Het juiste plantseizoen in West-Europa
De timing van het aanplanten is cruciaal voor een goede start:
Beste plantperiode:late lente tot vroege zomer (mei–juli). In deze periode is de grond opgewarmd en kunnen de wortels zich goed ontwikkelen vóór de eerste winter.
Vermijd aanplant in de herfst of winter, vooral in koelere streken, omdat jonge wortels gevoelig zijn voor kou en natte grond.
In potten kun je de palm ook in het voorjaar verpotten; gebruik een goed drainerend substraat met wat grind of hydrokorrels op de bodem.
🌴 Variëteiten en herkomst
Er bestaan enkele interessante variëteiten en vormen van Chamaerops humilis, vaak afkomstig uit specifieke regio’s:
1. Chamaerops humilis var. humilis
De natuurlijke, standaardvorm, wijdverspreid in het westelijke Middellandse Zeegebied. Compacte groei, grijsgroene bladeren, vaak meerstammig.
Chamaerops humilis in Elche, 2003
2. Chamaerops humilis var. cerifera (ook bekend als Chamaerops humilis var. argentea)
Chamaerops humilis ‘Cerifera’ in Moraira, Costa Blanca, Spanje (2025)
Afkomstig uit de Atlasgebergten van Marokko.
Opvallend door zijn zilverblauwe bladeren en grotere koudebestendigheid (tot ca. –12 à –14 °C).
Zeer geliefd bij verzamelaars en liefhebbers van mediterrane tuinen.
De Chamaerops humilis is een prachtige, veelzijdige palm die zowel in volle grond als in pot tot zijn recht komt. Met zijn mediterrane uitstraling, droogtebestendigheid en verrassende winterhardheid is het een topkeuze voor tuinen in gematigde klimaten. Wie de juiste standplaats kiest en een beetje winterzorg voorziet, kan jarenlang genieten van deze Europese parel.
Wie houdt van tuinen, kleuren en de rust van de natuur, moet minstens één keer in zijn leven de Tuinen van Schloß Trauttmansdorff bezoeken. Gelegen bij Meran, in het zonnige Zuid-Tirol, vormen deze tuinen een waar paradijs waar de Alpen en de Middellandse Zee elkaar ontmoeten.
Het Schloß Trauttmansdorff
🌿 Een levende symfonie van planten uit de hele wereld
Over meer dan 12 hectare ontvouwen zich 80 thematuinen, elk met hun eigen karakter. Van exotische cactussen in de “Woestijn” tot geurige lavendelvelden in de “Mediterrane Tuin” – hier wandel je in één middag van de Dolomieten naar de tropen.
De zorgvuldig aangelegde terrassen, vijvers, en wandelpaden bieden voortdurend wisselende panorama’s: kleurrijke bloemenzeeën in de lente, verkoelende schaduw in de zomer en vurige herfstkleuren in september en oktober.
🏰 De charme van Slot Trauttmansdorff
Midden in de tuinen prijkt Slot Trauttmansdorff, waar ooit keizerin Elisabeth van Oostenrijk (Sisi) haar vakanties doorbracht. Vandaag herbergt het kasteel het Touriseum, een interactief museum over 200 jaar toerisme in Tirol. Het is een inspirerende mix van geschiedenis, natuur en cultuur – precies wat deze plek zo bijzonder maakt.
🌞 Een dag vol ontdekkingen
Naast de botanische pracht vind je overal verrassingen:
Een hangbrug met uitzicht over Merano
Het Lotusmeer met kikkers en waterlelies
De Volcani-tuin, waar zwavelgeur en lavasteen de zintuigen prikkelen
Gezellige terrassen en cafés met lokale specialiteiten en Italiaanse flair
Voor kinderen is er een avontuurlijke route met zintuiglijke belevenissen, waardoor het een perfecte bestemming is voor het hele gezin.
De palmen in Schloß Trauttmansdorff zijn imposant.
🌺 Beste reistijd
De tuinen zijn geopend van maart tot november, en elke periode heeft zijn eigen charme:
Lente: explosie van tulpen en narcissen
Zomer: rozen, palmen en mediterrane geuren
Herfst: warme kleuren en rustige wandelpaden
🌍 Een must-see voor tuinliefhebbers
Voor West-Europese tuinliefhebbers is Trauttmansdorff een fascinerende combinatie van Alpenfrisse lucht, Italiaanse zon en een botanische diversiteit die zelden elders te vinden is. Of je nu inspiratie zoekt voor je eigen tuin, van fotografie houdt of gewoon even wilt ontsnappen aan de drukte – dit is een plek die al je zintuigen wakker maakt.
📍 Locatie: Merano (Zuid-Tirol, Italië) 🕰️ Openingstijden: Maart – November 🌐 Meer info:www.trauttmansdorff.it
🌸 Ontdek Jardín de l’Albarda — een mediterrane droomtuin vol inspiratie voor tuinliefhebbers uit noordelijkere landen
Tussen de sinaasappelvelden en het warme licht van de Costa Blanca ligt een plek die elke plantenliefhebber minstens één keer in zijn leven zou moeten zien: Jardín de l’Albarda. Deze botanische parel in Pedreguer (Alicante, Spanje) is niet zomaar een tuin, maar een levende les in duurzaamheid, schoonheid en mediterrane beplanting. En het mooiste? Veel van wat je hier ontdekt, kun je ook thuis toepassen — zelfs in het wisselvallige weer van België of Nederland.
Jardín de l’Albarda
🌿 Wat maakt l’Albarda zo bijzonder?
Deze tuin van maar liefst 50.000 m² is het levenswerk van ingenieur en tuinontwerper Enrique Montoliu. Hij wilde bewijzen dat mediterrane tuinen niet droog, dor en stoffig hoeven te zijn — maar juist vol leven, kleur en biodiversiteit.
Meer dan 700 plantensoorten, allemaal inheems aan het Middellandse Zeegebied.
Een mix van klassieke renaissance-tuinarchitectuur en wilde natuur.
Gecreëerd met duurzaamheid als uitgangspunt: minimale irrigatie, maximale ecologische balans.
Voor wie gewend is aan regen, kleigrond of zachte zomers, is het fascinerend om te zien hoe hier met bijna geen water toch een weelderige tuin wordt gecreëerd.
☀️ Een Spaanse tuin vol lessen voor onze noordelijke tuinen
De kracht van l’Albarda zit niet enkel in haar schoonheid, maar in de ideeën die je meeneemt naar huis:
💧 1. Water is kostbaar — en dat hoeft geen beperking te zijn
De tuin toont hoe je met slimme beplanting en microklimaten een groen paradijs kunt behouden zonder dagelijks sproeien. Denk aan grindtuinen, schaduwrijke pergola’s en planten die droogte verdragen — zoals lavendel, cistus, oleander en rozemarijn.
Bismarckia nobilis in de Jardin de l’Albarda
🌸 2. Klassieke vormen met een wilde ziel
Je wandelt van strakke hagen en symmetrische fonteinen naar natuurlijke paden vol geurige kruiden. Deze combinatie van structuur en vrijheid past perfect bij de tuinstijl die ook in Vlaanderen en Nederland steeds populairder wordt: natuurlijk ogend, maar toch met een doordacht ontwerp.
🐝 3. Biodiversiteit als tuingeheim
Overal gonst het van de bijen, vlinders en vogels. De tuin is een voorbeeld van hoe je inheemse planten kunt inzetten om lokale fauna aan te trekken — een principe dat evengoed geldt voor onze eigen streken.
De succulenten in de Jardín de l’Albarda
🌍 Waarom het een reis waard is
L’Albarda ligt op amper een uurtje rijden van Valencia of Alicante. Het is een ideale tussenstop tijdens een rondreis langs de Costa Blanca — of een daguitstap voor wie in Benidorm, Jávea of Dénia verblijft.
📍 Adres: Jardín de l’Albarda, C/ Baix Vinalopó, 8, Pedreguer (Alicante)
🕒 Openingstijden: dagelijks in de ochtend (10:00–14:00) en in de zomer ook ’s avonds (18:00–21:00)
🎟️ Toegang: slechts enkele euro’s — de opbrengst gaat naar natuurbehoud via de stichting FUNDEM
💡 Inspiratie om mee naar huis te nemen
Zelfs al heb je geen mediterrane zon, je kunt wél de principes van l’Albarda vertalen naar je eigen tuin:
Combineer inheemse soorten met een paar zuiderse accenten (denk aan salvia’s, olijfwilg of vijg).
Gebruik grind, keien en kalksteen voor een warme, mediterrane uitstraling.
Creëer schaduwplekken met pergola’s of leibomen — ideaal voor hete zomerdagen die ook bij ons steeds vaker voorkomen.
Laat ruimte voor insecten, vogels en wilde hoekjes: biodiversiteit maakt elke tuin levendiger.
✨ Een must-see voor de echte tuinreiziger
Of je nu reist voor inspiratie, ontspanning of puur botanisch plezier: l’Albarda is een plek waar je hart sneller van gaat kloppen. Het is alsof je door een levend kunstwerk wandelt, waar elke plant op zijn plaats staat — en elke geur een herinnering oproept aan het zuiden.
🌺 Tip: Combineer je bezoek met een wijnproeverij in de omgeving van Jalón of een wandeling door het Montgó-natuurpark. Zo maak je er een compleet dagje “groen genot” van.
🌿 Marimurtra: Een botanische droom aan de Costa Brava
Er zijn plekken die je hart sneller doen kloppen nog vóór je ze hebt bezocht — en voor planten- en tuinliefhebbers is Marimurtra precies zo’n plek. Hoog op de kliffen van Blanes, aan het begin van de Costa Brava, ligt deze betoverende botanische tuin die de Middellandse Zee omarmt met een zee van kleuren, geuren en groen.
Marimurtra: een oase aan de Costa Brava
🌸 Een tuin geboren uit passie
De geschiedenis van Marimurtra leest als een liefdesverhaal tussen mens en natuur. De Duitse bioloog Carl Faust verhuisde begin vorige eeuw naar Spanje met één grote droom: een tuin creëren waar wetenschap, schoonheid en biodiversiteit hand in hand gaan. In 1921 begon hij aan wat vandaag bekendstaat als een van de mooiste botanische tuinen van Europa — en dat voel je in elke stap die je zet.
🌍 Een wandeling door drie klimaatzones
Wat Marimurtra zo bijzonder maakt, is hoe de tuin is opgebouwd in drie verschillende zones — elk met een eigen karakter en klimaat.
🌿 De mediterrane zone: geurige rozemarijn, tijm, olijf- en pijnbomen vormen het hart van de tuin.
🌴 De subtropische zone: palmen en bananenplanten creëren een tropisch paradijs vol schaduw en leven.
🌵 De gematigde zone: imposante cactussen en vetplanten uit Amerika zorgen voor een surrealistisch landschap tegen een azuurblauwe achtergrond.
Voor botanici, tuinontwerpers en plantenverzamelaars is dit een waar feest — een levende collectie die continu evolueert en bloeit met de seizoenen.
Marimurtra
🌊 De magie van het Linnaeus-tempeltje
Een bezoek aan Marimurtra is niet compleet zonder even stil te staan bij het iconische Tempeltje van Linnaeus. Vanaf dit witte paviljoen heb je een spectaculair uitzicht over de kliffen en de Middellandse Zee — een moment van pure sereniteit. Hier komen de elementen samen: aarde, lucht, water en het oneindige groen dat ze verbindt.
🌺 Inspiratie voor tuiniers
Wat mij als tuinliefhebber het meest raakt aan Marimurtra, is hoe de tuin laat zien wat er mogelijk is wanneer je klimaat, bodem en vormgeving in harmonie brengt. De slimme beplanting met droogtetolerante soorten, de natuurlijke terrassen en de vloeiende overgangen tussen zones — het is pure inspiratie voor iedereen die zelf met planten werkt of droomt van een mediterrane tuin.
📍 Praktische tips voor je bezoek
Locatie: Blanes, Costa Brava, Spanje
Toegang: Gemakkelijk te voet bereikbaar vanuit Blanes (ongeveer 20 minuten wandelen omhoog) of met een lokale minitrein.
Openingstijden: Meestal van 10:00 tot 18:00 (controleer actuele tijden op de officiële website)
Prijs: Ongeveer €8 voor volwassenen, met kortingen voor kinderen en senioren.
Beste moment: In het voorjaar (april-mei) of najaar (september-oktober), wanneer de hitte mild is en veel planten in bloei staan.
🌞 Een tuin om in te verdwalen
Of je nu komt om plantensoorten te bestuderen, foto’s te maken of gewoon even tot rust te komen tussen het groen — Marimurtra is een plek waar de natuur de hoofdrol speelt. Het is een levende herinnering aan de passie van één man, en een bron van inspiratie voor iedereen die gelooft dat tuinen méér zijn dan alleen planten — ze zijn poëzie in landschapsvorm.
Marimurtra is niet zomaar een botanische tuin. Het is een reis door continenten, klimaten en emoties. Een plek waar elke plant een verhaal vertelt — en waar je zelf onderdeel wordt van dat verhaal. 🌺
Hoe leuk zou het zijn als in elke gemeente een gezellige zadenruilkast staat? Een knus houten kastje vol met zakjes zaden – bloemen, kruiden, groenten – die buurtbewoners met elkaar delen. Je neemt een zakje mee, je legt er eentje in, en zo begint het: samen zaaien, samen groeien! 🌱
Een zadenruilkast met doorzichtige deuren, zodat je kan zien wat er in zit.
Een zadenruilkast is meer dan een kast. Het is een ontmoetingsplek voor iedereen die houdt van groen, tuinieren en samen dingen doen. Je leert nieuwe planten kennen, wisselt tips uit met buren, en draagt tegelijk bij aan een groenere, gezondere leefomgeving.
🌼 Waarom elke gemeente een zadenruilkast nodig heeft:
Iedereen kan meedoen – of je nu een balkon, tuin of alleen een bloempot hebt.
Je hergebruikt zaden, vermindert verspilling én vergroot de biodiversiteit.
Het versterkt de band in de buurt: kleine zaadjes zorgen voor grote verbindingen.
Het inspireert kinderen en volwassenen om (weer) met de natuur bezig te zijn.
💚 Gemeenten, doe mee! Steeds meer gemeenten ondersteunen duurzame ideeën via burgerbudgetten of groene initiatieven. Wat zou het mooi zijn als elke gemeente een zadenruilkast ter beschikking stelt of helpt met een kleine subsidie! Zo maak je het makkelijk voor inwoners om mee te doen aan een simpel maar krachtig initiatief.
Het hout moet weerbestendig zijn, wat hier misschien niet het geval is.
🌻 Iedereen kan het verschil maken 👉 Heb je groene vingers (of wil je die krijgen)? Richt een zadenruilkast op in jouw buurt! 👉 Ben je actief in een buurtvereniging of school? Zet een kastje neer en laat kinderen helpen. 👉 Werk je bij de gemeente? Maak plaats en budget vrij – samen maken we het verschil.
Een zadenruilkast is klein van formaat, maar groot in betekenis. Laten we ervoor zorgen dat er in élke gemeente minstens één staat. Want waar we samen zaaien, daar bloeit iets moois! 🌷🌼🌾
Als je ooit in het zonnige Elche (of Elx, zoals de locals zeggen) terechtkomt, is één ding gegarandeerd: je zult palmbomen zien. Véél palmbomen. De stad heeft er meer dan 200.000, en midden in dit groene woud ligt een klein paradijs dat je niet mag missen — de Huerto del Cura, oftewel de Tuin van de Pastoor.
Huerto del Cura in Elche – een tuin vol verrassingen
🌿 Een tuin vol verrassingen
Huerto del Cura is geen gewone botanische tuin. Het voelt meer alsof je een geheime oase binnenstapt, met kronkelende paadjes, kabbelende fonteintjes en overal palmen, vetplanten en bloemen in alle kleuren. De geur van jasmijn hangt in de lucht, vogels fluiten boven je hoofd, en je hoort af en toe het zachte ruisen van de wind door de bladeren.
De tuin dankt zijn naam aan een priester, José Castaño Sánchez, die in de 19e eeuw hier woonde en de plek omtoverde tot een waar paradijs. Vandaag de dag kun je in zijn voormalige tuin heerlijk ronddwalen tussen meer dan 1.000 palmbomen.
🌴 De keizerin van alle palmen
De Keizerlijke Palm
Het absolute hoogtepunt is de Palmera Imperial – de Keizerlijke Palm. Deze beroemde dadelpalm heeft maar liefst acht stammen die uit één basis groeien. Ze is genoemd naar Keizerin Sisi van Oostenrijk, die hier in 1894 op bezoek kwam. En eerlijk is eerlijk: als je eronder staat, snap je meteen waarom ze deze palm haar naam gaven.
Dadelpalm met een achttal zijtakken
☀️ Waarom je hier naartoe moet
Huerto del Cura is de perfecte plek om even aan de Spaanse middagzon te ontsnappen. De schaduw van de palmen zorgt voor natuurlijke verkoeling, en er zijn genoeg bankjes waar je rustig kunt zitten met een boek of een ijsje (ja, dat mag hier!).
Ook als je niet per se van planten houdt, is de tuin een fotogenieke droom: elke hoek lijkt wel gemaakt voor een Instagram-post. Denk aan tropische vibes, vijvers met waterlelies en zonlicht dat door de palmtakken filtert.
Agave en cactussen in de Huerto del Cura
📸 Praktische informatie
📍 Locatie: Calle Porta de la Morera, 49 – op maar vijf minuten lopen van het centrum van Elche. 🕓 Openingstijden:
Zomer (april – september): 10:00 tot 20:00 uur
Winter (oktober – maart): 10:00 tot 18:00 uur
💶 Entree (2025):
Volwassenen: ongeveer €4,50
Kinderen en senioren: kortingstarief
Gratis voor kinderen onder 6 jaar
🚌 Bereikbaarheid: Elche ligt op slechts 25 km van Alicante. Je kunt er gemakkelijk komen met de trein, bus of huurauto. Vanaf het treinstation van Elche is het ongeveer 15 minuten lopen naar de tuin.
🕐 Beste moment om te gaan: Ga vroeg in de ochtend of aan het einde van de middag – dan is het licht het mooist voor foto’s en is het nog lekker rustig.
🌺 Kleine tip
Combineer je bezoek met een wandeling door het Palmeral de Elche, het enorme palmenbos dat om de stad heen ligt en op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. En als je trek krijgt: vlak bij de ingang van de tuin vind je gezellige cafés waar je een turrón-ijsje of een verse horchata kunt proeven.
🌞 Conclusie
Huerto del Cura is zo’n plek waar je meteen tot rust komt. Even geen haast, geen drukte – alleen het zachte ruisen van duizenden palmen en het gevoel dat je in een tropisch sprookje bent beland.
Dus als je in de buurt van Alicante bent, sla deze groene parel niet over. Neem je zonnebril, camera en een flesje water mee, en geniet van dit kleine stukje paradijs in hartje Elche. 🌴
🌴 Winterbescherming voor exotische planten – eenvoudiger dan ooit
De winter hoeft geen spelbreker te zijn voor wie houdt van een exotisch tintje in de tuin. Met een paar slimme ingrepen kunnen zelfs tropische schoonheden onze koude maanden prima doorstaan.
De voorbije 30 jaren hebben we allerlei manieren uitgeprobeerd om onze palmbomen, oleanders en bananenplanten goed te laten overwinteren. Wat ooit een hele onderneming was, is intussen uitgegroeid tot een verrassend eenvoudig ritueel.
Wanneer breng je winterbescherming aan?
Hiervoor bezoek je regelmatig de weersvoorspellingen op www.bdb.be. Indien er 2 weken op voorhand geen negatieve nachttemperaturen voorspeld worden, dan wacht je nog.
Van tipi tot bigbag
In de beginjaren gingen we behoorlijk grondig te werk: de palmbladeren werden samengebonden, er kwamen stevige ronde palen rond de palm in de vorm van een indianentipi, binnenin een warmtekabel, en daarover nog een laag bubbelfolie. Dat werkte goed, maar eerlijk is eerlijk – het was nogal wat werk.
We snijden enkel de hardste en hardnekkigste bladeren af, binden de rest samen, wikkelen er een warmtekabel rond, en trekken er vervolgens een grote bigbag overheen. Klaar! Er bestaan bigbags tot 2,5 meter hoog, gewoon verkrijgbaar via Bol.com. En mocht de bigbag toch wat te klein zijn, dan doen we onderaan de stam wat bubbelfolie rond – probleem opgelost.
Met deze methode kan je zonder zorgen palmbomen zoals Phoenix canariensis, Phoenix sylvestris, Jubaea chilensis, Butia capitata, Sabal palmetto, Livistona chinensis, Livistona australis, Washingtonia filifera en Washingtonia robusta goed beschermen.
Cycas en oleander: droog houden is de sleutel
De Cycas is eigenlijk heel eenvoudig te overwinteren. We plaatsen er gewoon een polycarbonaat verandaplaat boven, zodat er geen regen op de bladeren valt. Droogte is hier het toverwoord.
Ook de oleander kan meer hebben dan vaak gedacht wordt. Zolang hij droog staat, overleeft hij onze winters prima. Een handige tip: plant een oleander onder een grote winterharde palmboom zoals Trachycarpus fortunei. De palmbladeren houden de meeste regen tegen, waardoor de oleander probleemloos de winter doorkomt.
Canna’s en bananen: kiezen wat je handig vindt
Canna-soorten kan je op twee manieren overwinteren. Ofwel laat je ze gewoon in de volle grond, snijd je de stengels af en leg je er een laag compost over. Of je zet de wortelkluiten in de koude garage tot de lente weer in zicht komt. Beide werken prima.
Bij bananen (Musa basjoo en Musa sikkimensis) doen we het nóg makkelijker. We laten de planten gewoon staan. In een normale winter overleven ze zonder probleem. De stammen kunnen wat invriezen, maar dat is niet erg – ze lopen in het voorjaar gewoon weer uit. Laat de bladeren gerust aan de plant hangen; ze verdorren vanzelf en bieden nog wat extra bescherming tegen nachtvorst. Musella lasiocarpa kan je dan weer best een dakje tegen de regen geven.
Tot slot
Met een beetje voorbereiding, wat droogte en hier en daar wat warmte, kunnen veel exotische planten onze winters verrassend goed doorstaan. Zo geniet je elk voorjaar opnieuw van sterke, gezonde planten – klaar om de tuin weer dat heerlijke, zuiderse gevoel te geven.
Het domein bevindt zich in het dorpje Générargues (departement Gard, regio Occitanie / vroeger Languedoc-Roussillon), ongeveer 2 km ten noorden van Anduze. In 1855 begon de initiatiefnemer, Eugène Mazel (1828-1890), met de aanleg van het domein “Prafrance”. In 1856 initieerde hij de eerste aanplanting van exotische planten, en in het bijzonder bamboesoorten, op het terrein. Mazel had zijn fortuin gemaakt in de specerijenhandel en gebruikte die middelen om zijn botanische passie na te jagen. Hij liet tevens irrigatie-kanalen aanleggen — volgens sommige bronnen meer dan 5 km aan waterlopen op het terrein – om het noodzakelijke waterbeheer voor de exotische planten veilig te stellen.
De hoogste bamboes in deze botanische tuin worden tot 28 meter hoog.
Groei & ontwikkeling door de jaren
Onder Eugène Mazel werd de collectie snel uitgebreid. Echter tegen eind 1800-periode kreeg hij financiële problemen door de omvangrijke investeringen. Volgens een bron moest hij in 1890 het domein verlaten wegens schulden. In 1902 werd het domein overgenomen door Gaston Nègre, die de collectie en het park in stand hield en verder ontwikkelde. In de jaren daarna (o.a. vanaf 1948) werd het beheer doorgegeven binnen de familie Nègre (zo ook Maurice Nègre, daarna Muriel Nègre) zodat het park in meerdere generaties is voortgezet. Het park kreeg officiële erkenningen: bijvoorbeeld het label “Jardin Remarquable” (Opmerkelijke Tuin) in 2005. In 2008 werd de Bambouseraie opgenomen in de aanvullende lijst van Franse historische monumenten (Monument Historique) wat haar erfgoed-waarde onderstreept.
2 prachtige exemplaren van Wollemia nobilis, een zeer zeldzame boom die pas 30 jaar geleden ontdekt werd.
Tegenwoordig wordt het park ook ingezet voor educatieve, ecologische en recreatieve doeleinden: biodiversiteitsbehoud, evenementen, kinderactiviteiten, enzovoort.
De grote bamboesoorten worden echt wel een hand dik.
Wat valt er te zien?
Het park is bijzonder en rijk aan variëteit. Hier volgen de belangrijkste “highlights”.
Zelfs op het vlak van waterplanten heeft het park een rijke collectie.
Bamboebos & collectie
Het centrale thema is natuurlijk bamboe: het park huisvest honderden soorten (verschillende bronnen spreken van “meer dan 1.000 variëteiten/planten” of “rond 300 bamboe-soorten/variëteiten”).
Sommige bamboes worden heel hoog — in het milde klimaat van de Cévennes kunnen soorten tot 20–25 meter hoog worden.
Voor de bezoeker is er onder andere een “Bambusarium” (show-tuin voor verschillende bamboe-soorten) aanwezig.
Andere bijzondere zones
Bouwwerk in bamboe.
Het Laotiaanse dorp (“Village Laotien”): een nagebouwd dorp volledig in bamboebouwmaterialen, met leefomgevingselementen uit Laos, ingebed in het parkgebied.
Allée des Sequoias: een laan met sequoia’s (die ook tientallen meters hoog zijn) in combinatie met bamboes.
Vallon du Dragon: een deel van het park geïnspireerd door Japanse tuinkunst (zen-stijl), met waterpartij, houten paviljoen (“Pavillon du Phoenix”), en planten/mineralen/architectuur in harmonie.
Labyrint vegetaal: een “labyrint” gemaakt met dicht groeiende bamboehaag (bv. Semiarundinaria makinoï) waar je doorheen wandelt en de sfeer van beplanting ervaart.
Balade aérienne / luchtwandeling: een wandelpad in netten of hoogte die door de vegetatie gaat (~8 meter boven de grond) om de vegetatie vanuit een ander perspectief te ervaren.
Jardin aquatique / waterpartij & tuin van de bassins: rustgevende waterzones met spiegelende vijvers, beplanting, architectuur.
In de botanische tuin zijn er verschillende enorme mammoetbomen te bewonderen.
Bezoekerservaring & sfeer
Het park wordt vaak omschreven als een “exotische oase” midden in Europa: een plek waar je je even in een andere wereld waant, dankzij de exotische planten, hoge bamboebossen, het zachte licht onder de bomen.
Voor gezinnen zijn er extra ingrepen: wandelroutes, kinderactiviteiten, speurtocht (“the quest for the Aleya flower” sinds 2023) etc.
De palmbomenlaan is naar verluidt 400 meter lang.
Praktische informatie & tips voor bezoek
Adres: 552 rue de Montsauve, 30140 Générargues, France.
Bezoekduur: gemiddeld wordt aangegeven ongeveer 2 uur nodig te hebben.
Openingstijden variëren per seizoen (bv. vanaf eind februari), zie website voor actuele info.
Het park is toegankelijk voor kinderwagens en rolstoelvriendelijk in grote delen.
Bereikbaarheid: het ligt ongeveer 50–90 minuten rijden van grote plaatsen zoals Nîmes, Montpellier, Avignon, etc.
Extra tip: neem comfortabele wandelschoenen — het terrein is wel parkachtig maar er zijn paden door boszones en beplanting waar je wellicht trager wandelt om te genieten.
Voor fotografie: het hoge bamboebos, de lichtinval door de stengels en de sequoia-laan zijn schitterende fotomomenten.
Beste tijd: Voor een rustiger bezoek kun je buiten de piek-zomermaanden kijken; vroeg in de ochtend is vaak prettiger qua licht en minder druk.
Extra tip: Combineer eventueel met een ritje met de stoomtrein (Train à Vapeur des Cévennes) die in de buurt stopt — leuk extra element.
La Bambouseraie de Prafrance heeft ook een gedeelte waar je tal van bamboes, Acers, palmbomen en andere planten kan aanschaffen.
Wollemia nobilis (in het Engels ‘Wollemi Pine’) is een in 1994 ontdekte boom uit de slangendenfamilie (Araucariaceae). De plant komt voor in het Wollemi National Park in de Australische deelstaat New South Wales. De soort is de enige in het geslacht Wollemia.
Wollemia nobilis is een groenblijvende, eenhuizige boom, die 40 m hoog kan worden. De doorsnede van de stam kan 1,2 m bedragen. De boom is gewoonlijk meerstammig. Bij oudere bomen is de schors donkerbruin en knobbelig. Aan horizontale takken van ongeveer acht jaar vormen zich de vrouwelijke of mannelijke kegels. De kegels groeien aan het uiteinde van de tak. Als de kegel volgroeid is of als de kegel reeds is afgevallen, sterft de tak af en wordt deze vervangen door een nieuwe, die vanaf de stam groeit. De vrouwelijke kegels zijn bolvormig en worden ongeveer 12 cm lang en 10 cm breed. Mannelijke kegels zijn langgerekt en worden ongeveer 10 cm lang en 2 cm breed. Wollemia nobilis kan zich geslachtelijk of vegetatief (door meer stammen te vormen) voortplanten. De bladeren zijn plat, 3-8 cm lang en 2-5 mm breed.[
Ontdekking
De boom is in september 1994 door David Noble (vandaar de soortaanduiding nobilis) ontdekt tijdens een trektocht die hij ondernam met twee vrienden. In een kloof in het Wollemi National Park in New South Wales, 150 km ten noordwesten van Sydney, trof hij enkele opvallende bomen aan die hij niet kon thuisbrengen. Noble nam een afgevallen tak mee zodat iemand de soort later kon determineren. Noble toonde het specimen aan Wyn Jones, een van de wetenschappers verbonden aan het nationaal park, maar ook hij kon de soort niet thuisbrengen, en dus raadpleegde hij de botanicus Ken Hill (verbonden aan de Royal Botanic Gardens in Sydney). Maar ook Hill kon de soort niet identificeren, dus haalden ze Jan Allen erbij (verbonden aan de Mount Tomah Botanic Garden). Samen kwamen ze uiteindelijk tot de conclusie dat het om een nieuwe soort moest gaan, die Wollemia nobilis werd gedoopt. De soort werd in het nieuwe geslacht Wollemia geplaatst binnen de slangendenfamilie. Binnen deze plantenfamilie worden daarnaast de geslachten Araucaria en Agathis onderscheiden. Wollemia nobilis vertoont kenmerken van beide geslachten, maar heeft kenmerken die uniek zijn voor deze soort.
Hedendaagse verspreiding in Europa
Er zijn vrij grote exemplaren van de Wollemia nobilis te zien in Nashira Exotic Garden (Diksmuide, België), de Nationale Plantentuin in Meise (België) en in de Tuinen van Kasteel Trauttmansdorff (Meran, Zuid-Tirol, Italië).
De Phoenix canariensis (Canarische dadelpalm) is naast de Cocos nucifera (Cocospalm) een van de bekendste vederpalm ter wereld. Je ziet ze in de tropische klimaten dan ook vaak staan als straatbeplanting. Ook bij ons zie je ze vaak in de tuin, maar meestal dan wel in een pot. De Phoenix canariensis is ook in Vlaanderen en Nederland geschikt om in de volle grond te planten, als je zorgt voor een winterbescherming. De vruchten van de Phoenix canariensis zijn niet eetbaar. Die van de Phoenix dactylifera echter wel.
Phoenix canariensis op het strand van Altea (Costa Blanca, Spanje)
Verzorging
De Phoenix canariensis is een snelle groeier. Hij doet het goed op voedselarme gronden, maar met wat humus en meststof groeit hij een pak sneller. De palm verdraagt goed wind, en zal het best gedijen in de zon.
De Phoenix canariensis is makkelijk uit zaad op te kweken en is bovendien een snelle groeier! De zaden laten kiemen in zaai en stekgrond. De Phoenix Canariensis zaden kiemen doorgaans na 2-3 maanden. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller ze kiemen.
De zadentrossen van Phoenix canariensis
Winterbescherming: inpakken voor de winter
In Vlaanderen of Nederland is het geen probleem een Canarische dadelpalm in volle grond buiten te overwinteren, mits een minimale winterbescherming. Zo’n winterbescherming kan je heel gemakkelijk voorzien: al wat je nodig hebt is elektriciteit, een warmtekabel, een bigbag (verkrijgbaar tot 2,5 meter hoog) en – als de palm hoger is dan 2,5 meter – nog een bijkomend zeil. Je verwijdert de hardnekkigste (oudste) bladeren, omdat je die niet gemakkelijk kan samenbinden. De nieuwere bladeren bind je zo dicht mogelijk bij elkaar. Dan wind je van onder tot boven een warmtekabel rond de stam en de bladeren, met enkele centimeters afstand tussen de gedraaide kabel. Daarover voorzie je een lange bigbag en eventueel bijkomend zeil onderaan.
Warmtekabel: beschikbaar van 2 tot meer dan 20 meter. Een warmtekabel verbruikt niet veel stroom, omdat hij werkt met een thermostaat als de temperatuur lager is dan – meestal – 5° C.
Bron: Wikipedia, aangevuld en verbeterd met de eigen meer dan 40-jarige ervaring.
De Phoenix canariensis (Canarische dadelpalm) is tweehuizig. 🌴
Dat betekent dat er mannelijke en vrouwelijke bloemen op verschillende planten voorkomen — met andere woorden: je hebt een mannelijke en een vrouwelijke palm nodig voor bestuiving en vruchtzetting (de dadels).
👉 Samenvatting:
🌸 Bloemen: tweeslachtig gescheiden (mannelijk of vrouwelijk per plant)
🌴 Type: tweehuizig (dioecious)
🍈 Vruchten (dadels): alleen op vrouwelijke planten, na bestuiving door mannelijke pollen
Over Butia capitata verschijnen er op het internet heel wat tegenstrijdige berichten. In sommige artikels en op sommige websites, vooral van verkopers, wordt vermeld dat dit een heel winterharde palm is. Andere websites zijn realistischer.
Onze ervaring is echter dat deze palmboom wel heel wat vorst kan overleven, op voorwaarde dat hij niet aangeplant is in vochtigere delen van de tuin, en tijdens de koudste periodes van het jaar beschermd wordt tegen de regen. Vorst en vocht gaan voor deze palm niet samen.
Een winterbescherming hoeft echter niet zoveel te betekenen. Bind de bladeren samen, en trek er gewoon een bigbag over. Dit zal in de gematigde provincies in België en Nederland al ruim voldoende zijn.
Butia capitata, met zijn mooie blauw- en zilverachtige bladeren, houdt van veel zon. Plant hem daarom zo zonnig mogelijk. Hij houdt ook van af en toe wat meststoffen, die je kan toedienen tussen maart en augustus.
Ook al beweren sommige websites dat Butia capitata traag groeit, is dit echter alleen maar de eerste 5 à 10 jaar. Daarna wordt de groei echt wel sneller.
Dit lid van de Arecaceae-familie komt oorspronkelijk uit Uruguay, Argentinië en Brazilië. De butia capitata wordt ook wel de Pindo Palm of Jelly Palm genoemd.
De Butia capitata produceert gele of rode eetbare vruchten; deze zijn zeer decoratief. Je kan ze met succes zaaien, maar ze ontkiemen meestal maar na enkele maanden tot meer dan een jaar later.
Butia capitata in Cap d’Agde
Samenvatting
Butia capitata, ook wel bekend als de geleia-palm of pindopalm, is een middelgrote, sierlijke palmsoort afkomstig uit Zuid-Amerika — met name uit Brazilië, Uruguay en Argentinië. Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste kenmerken en weetjes over deze bijzondere plant:
🌴 Algemene kenmerken
Wetenschappelijke naam:Butia capitata (synoniem: Butia odorata – deze naam wordt tegenwoordig vaker gebruikt voor de exemplaren die buiten Brazilië groeien)
Stam: Dik en robuust, grijsbruin van kleur, vaak met resten van oude bladvoeten.
Bladeren: Verenpalm (pinnate), blauwgroen tot grijsgroen, licht gebogen en vaak tot 2–3 meter lang.
Kroon: Compact, met een sierlijke, licht overhangende vorm.
🍈 Vruchten
De palm produceert geeloranje vruchten met een aangenaam, zoet en zuur aroma.
De vrucht is eetbaar en wordt gebruikt om jam, gelei of wijn van te maken — vandaar de naam “geleia-palm”.
De smaak doet denken aan abrikoos, ananas en kokos.
🌞 Groeiomstandigheden
Klimaat: Verdraagt lichte vorst (tot ongeveer -10 °C), waardoor hij geschikt is voor subtropische en zelfs sommige milde gematigde klimaten.
Standplaats: Volle zon, goed doorlatende grond.
Water: Matig – verdraagt droogte goed zodra hij is gevestigd.
Onderhoud: Vrij eenvoudig; dode bladeren kunnen worden verwijderd voor een netter uiterlijk.
🌍 Gebruik
Sierplant: Veel gebruikt in tuinen, parken en lanen vanwege zijn elegante vorm en grijsblauwe bladkleur.
Eetbare plant: Vruchten zijn populair in Brazilië voor huisgemaakte gelei (“geleia de butiá”).
Ecologische waarde: De vruchten worden gegeten door vogels en zoogdieren.
🧭 Verwarring met Butia odorata
Er is enige taxonomische discussie:
Wat vroeger Butia capitata heette, blijkt uit genetisch onderzoek vaak eigenlijk Butia odorata te zijn (de meer koudebestendige variant).
De naam B. capitata wordt tegenwoordig strikter gebruikt voor populaties uit het binnenland van Brazilië (waar het warmer en droger is).
Butia capitata is eenhuizig (monoecious). Dat betekent dat één enkele plant zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen draagt, maar deze bloemen zijn afzonderlijk — dus niet hermafrodiet (niet beide geslachten in één bloem).
Hier even duidelijk uitgelegd:
🌸 Bloemen en voortplanting van Butia capitata
Bloeiwijze: Grote, vertakte bloeiaren (spadices) die deels door een stevige schutblad (spatha) worden omhuld.
Bloemen:
Mannelijke bloemen zijn kleiner en talrijker.
Vrouwelijke bloemen zijn groter en bevinden zich meestal aan de basis van dezelfde bloeiwijze.
Geslachten op één plant: Ja → eenhuizig (monoecious)
Bloemen zelf:Eenslachtig, dus niet tweeslachtig of hermafrodiet.
Een van de knapst “bloeiende” planten die je aan de muren en langs afsluitingen in Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië, Kroatië, Griekenland of Turkije vindt, is ongetwijfeld de Bougainvillea. Bloeiend is eigenlijk een verkeerde uitdrukking, want de heel onopvallende bloempjes staan bij fel gekleurde schutblaadjes.
Bougainvillea heb je in verschillende kleuren, gaande van roze over geelachtig tot hevig rood en paars.
Bougainvillea is een geslacht uit de familie Nyctaginaceae. Bougainvillea-soorten en kruisingen worden toegepast als tuin- en kamerplant.
Er zijn circa vijftien soorten, afkomstig uit de tropen en subtropen van Zuid-Amerika, vooral Brazilië. Ze zijn in de eerste helft van de 19de eeuw in Europa ingevoerd. Vooral in het Middellandse Zeegebied en in Afrika komen ze voor.
Deze planten zijn heester- of kruidachtig, groenblijvend of bladverliezend, meest klimmend. In de vrije natuur worden ze tot 4 m hoog. Ze hebben bedoornde twijgen en onaanzienlijke bloempjes. De bloemen zijn omgeven door opvallend gekleurde, papierachtige schutbladeren die lang aan de plant blijven zitten.
Bougainvillea werd voor het eerst gevonden in de tweede helft van de 18e eeuw, tijdens een expeditie waarover de Franse zeevaarder Louis Antoine de Bougainville de leiding had.
Enkele soorten:
Bougainvillea buttiana
Bougainvillea glabra
Bougainvillea peruviana
Bougainvillea spectabilis
Bougainvillea spinosa
Bron: Wikipedia
Bougainvillea heeft heel kleine bloempjes, maar worden geflankeerd door prachtig gekleurde schutblaadjes.
Bougainvillea is in België of Nederland niet winterhard. Er wordt mee geëxperimenteerd, en soms overleven planten. In Exotentuin De Safegarden is in 2025 een Bougainvillea aangeplant tegen een Phoenix canariensis (Canarische dadelpalm), die in de winter een lichte beschutting moet krijgen (bigbag en warmtekabel). Men hoopt dat deze beschutting voldoende zal zijn om de plant gemakkelijk de winter te laten overleven. Op de foto’s hieronder zie je dit experiment.
Bougainvillea in volle grond, tegen een Phoenix canariensis.Experiment met Bougainvillea in volle grond. De wijnkurken worden als bodembedekker gebruikt, zodat er minder onkruid doorkomt.
Uiteraard zijn wij ook geïnteresseerd in ervaringen van anderen. Als je dit bericht leest op de sociale media, geef dan in een reactie julllie ervaringen!
Wist je dat het klimaat in Middelkerke je tuin een groot voordeel geeft? Dankzij de nabijheid van de zee blijft het hier in de winter een stuk zachter dan in het binnenland. Terwijl de thermometer in Limburg of de Ardennen diep in de min duikt, blijft de kust vaak net boven het vriespunt. Dat kleine verschil maakt een wereld van verschil voor je planten.
Veel exotische planten kunnen overleven in Middelkerke, terwijl ze in Limburg of de Ardennen mogelijk niet sterk genoeg zijn om de winter te doorstaan.
De Noordzee werkt eigenlijk als een gigantische warmtedeken. In de zomer warmt het water langzaam op, en in de winter geeft ze die warmte weer af. Zo krijg je een soort natuurlijke vloerverwarming voor je tuin. Het resultaat? Veel minder kans op strenge vorst en dus meer mogelijkheden om bijzondere planten te houden.
In Middelkerke kan je met veel succes soorten kweken waar menig tuinier in het binnenland alleen maar van droomt. Denk aan: 🌿 Vijgenrassen die iets koudegevoeliger zijn, en die sappige vruchten geven. 🌴 Palmen die je tuin instant vakantiegevoel bezorgen, zoals Butia capitata, Jubaea chilensis, Chamaerops humilis en met heel weinig beschutting zelfs Canarische dadelpalmen. 🥝 Kiwi’s die hier veel makkelijker groeien. 🌺 Oleanders en bepaalde soorten agaves die normaal enkel in zuiderse tuinen schitteren. 🌸 Albizia’s die met hun zijdeachtige bloemen een exotisch tintje brengen. 🍑 En zelfs gevoelige fruitbomen zoals abrikozen die elders de winter misschien niet halen.
Tuiniers hier aan de kust kunnen dus een beetje “mediterrane flair” in hun tuin toveren, gewoon dankzij het zachte microklimaat. Dus wie weet: terwijl je vrienden in het binnenland hun planten binnen slepen, kan jij in Middelkerke gewoon blijven genieten van een tuin die het hele jaar door die zomerse vibe vasthoudt.
Praktische tips om meteen te starten
Wil je zelf aan de slag met exotische planten in Middelkerke? Hier zijn enkele eenvoudige tips:
Kies een beschutte plek – Plant vorstgevoelige soorten bij een muur op het zuiden of in een hoek die beschermd is tegen koude wind. Zo profiteren ze dubbel van de warmte.
Let op de bodem – Mediterrane planten houden meestal van goed doorlatende grond. Voeg wat zand of grind toe om te voorkomen dat hun wortels in de winter nat blijven.
Start klein – Probeer eerst één of twee soorten, zoals een vijg of een oleander, en kijk hoe ze het doen in jouw tuin.
Hou een bigbag bij de hand – Bij uitzonderlijke kou kan een hoge bigbag of een winterhoes wonderen doen. Vaak is dit maar een paar nachten per jaar nodig.
Durf te experimenteren – Dankzij het zachte klimaat kan je soorten uitproberen die je normaal enkel in Zuid-Frankrijk zou verwachten. Soms werkt het verrassend goed!
Met een beetje durf en de juiste aanpak kan je in Middelkerke een tuin creëren die je het hele jaar door dat heerlijke zuiderse vakantiegevoel geeft.
Musa basjoo, in het Nederlands taalgebied wel Japanse vezelbanaan genoemd, is een plantensoort uit de banaanfamilie. De van oorsprong Oost-Aziatische soort is in gematigde streken populair als sierplant in tuinen.
In Nederland en Vlaanderen zal de Musa basjoo in de winter soms bovengronds afsterven, maar de rizomen (wortels) overleven bijna altijd. Na de winter komen er nieuwe scheuten of pollen, die een hoogte tot meer dan 5 meter kunnen bereiken. Na drie jaar kunnen de pollen een bloeiwijze vertonen, waarna kleine bananen gevormd worden.
Musa basjoo of Japanse vezelbanaan met bloem/banaantjes in Exotentuin De Safegarden in Bornem.
In Vlaanderen of Nederland zullen de stammen en bladeren, zoals hierboven reeds geschreven, tijdens een strenge winter afsterven. Blijft het bij een gematigde winter, dan zullen de bladeren wel bruin worden, maar dan is het mogelijk dat de stammen blijven staan. Laat de bladeren hangen, snij ze niet af. Ze nemen een groot deel van de nachtelijke koude weg.
Je kan de stammen beschermen. Ook dan moet je de bladeren best niet afsnijden. Plaats een typische tuindraad rond het groepje bananenplanten, bv. 2 meter hoog, en vul dat zo hoog mogelijk op met bladeren, grasmaaisel en andere tuinafval. Ook bij vorst zullen de stammen dan meestal niet afvriezen zo hoog dan de natuurlijke bescherming die je aangebracht hebt. Gebruik nooit plastic.
Bananen kunnen heel veel voeding gebruiken. Ze kunnen zelfs bijna groeien in pure stalmest. Met heel veel mest zullen ze sneller mooie hoogtes bereiken. Mest geef je ten vroegste in maart en ten laatste in augustus.
Plant de Musa basjoo’s zo zonnig mogelijk op een plaats waar het in de herfst en winter nooit drassig is.
Heb je konijntjes of hamsters? Dan zal je merken dat ze gek zijn van bananenbladeren.